Verontreinigde grond?

Verontreinigde grond?

Milieukundig zijn daar enkele toetsnormen voor benoemd. Bij overschrijding van deze normen is er sprake van respectievelijk licht, matig en sterk verontreinigde grond.

Om de risico’s te kunnen bepalen dient een volledig bodemonderzoek te worden uitgevoerd. Hierbij zullen alle (in het verleden) uitgevoerde bodembedreigende handelingen juist en volledig moeten worden onderzocht.

Met behulp van de gegevens uit de bodemonderzoeken kan de veiligheidsklasse van de aangetoonde bodemverontreiniging worden bepaald. Hierbij wordt gelet op de toxiciteit en brandbaarheid van de aangetroffen bodemverontreiniging. De toxiciteit van de verontreiniging wordt uitgedrukt in de T-klasse (1T, 2T en 3T), waarbij 3T staat voor de zwaarste verontreiniging. Voor het bepalen van de brandbaarheid wordt de F-klasse bepaald. Hierbij hebben we 1F en 2F waarbij 2F voor het grootste  risico staat.

Verontreinigde grond

Verontreinigde grond

Een deskundige wordt ingezet om de veiligheidsklasse te valideren. Het is afhankelijk van het type bodemverontreiniging welke deskundige kan worden ingezet.

Een DLP-er (Deskundig Leidinggevende Projecten) ziet erop toe dat er gedurende het gehele project veilig gewerkt wordt. Hij/zij is bij wat zwaardere saneringen als het ware de oren en ogen van de deskundige (MVK/HVK).

De DLP-er houdt onder andere het logboek bij, voert luchtkwaliteitsmetingen uit en heeft (minimaal wekelijks) contact met de deskundige. Als vreemde geuren worden waargenomen of als de actiewaarde wordt overschreden neemt de DLP-er contact op met de deskundige.

Een belangrijke taak dus.

Opgemerkt moet worden dat het waarnemen van geuren betrekkelijk is. Daarnaast is actieve geurwaarneming (ruiken aan de grond) verboden. Hiervoor dienen meetinstrumenten, zoals een PID-meter, te worden ingezet.

DLP-Dienstverlening is voornamelijk actief in de provincie Utrecht, Gelderland, Zuid-Holland en Limburg.